Lara verhuisde samen met Joris vanuit het asiel in Gorcum naar mijn huis in september 1992. Ze was toen twee jaar oud en een lief en rustig meisje. En dat is ze altijd gebleven. Niets bracht haar van haar stuk, ze ging rustig haar eigen gangetje. Ze was lief en vriendelijk voor iedereen en liet zich niet snel uit het veld slaan.
Toen ik ging verhuizen mocht ze samen met Joris naar buiten op het balkon en dat vond ze heerlijk. Ze genoot er intens van om lekker buiten in de zon te liggen. Ziek was ze nooit, totdat ze ouder werd. Van een dikke gezellige theemuts veranderde ze in een broodmager scharminkeltje, dat het liefst de hele dag alles at wat ze kon vinden. Dit was het begin van het einde, wist ik. Toch hield ze het nog ruim anderhalf jaar vol. De dag voordat ze stierf klom ze met haar stramme botten nog bovenop de krabpaal en keek me triomfantelijk aan, zo van "dat had je niet gedacht hè?". Maar de volgende dag kwam ze niet naar beneden toen ik thuiskwam van mijn werk. Ze lag op het bed in de logeerkamer en keek me met haar lieve ogen berustend aan. "Het gaat niet meer hè vrouwtje", zei ik tegen haar. Ik heb haar op het bed laten liggen, ben af en toe bij haar gaan kijken. Ik heb overwogen die dierenarts te bellen, maar ze was al zover heen, hij zou niet meer op tijd zijn gekomen. Toen ik de laatste keer bij haar keek was ze dood. Ze was vijftien jaar geworden.
"Dag Laartje, dag vriendinnetje, ik vergeet je nooit"